Als je AGU-SD1 rook- en koolmonoxidemelder een alarm geeft, is het belangrijk eerst de oorzaak van de rook of koolmonoxide te identificeren en te zorgen dat de situatie veilig is. Gebruik de stiltemodus alleen als je zeker weet dat er geen gevaar is, zoals wanneer je per ongeluk te veel rook in de keuken hebt veroorzaakt tijdens het koken.
Het inschakelen van de stiltemodus:
- Identificatie: Zorg ervoor dat je de bron van het alarm hebt geïdentificeerd en dat er geen gevaarlijke situatie is. Als je niet zeker weet wat de oorzaak is, ga er dan van uit dat er een risico op gevaarlijke CO-niveaus bestaat.
- Inschakelen: Druk op de testknop (gevonden in het midden aan de voorkant van de detector) om de stiltemodus te activeren.
- Indicator: Tijdens de stiltemodus knippert het rode LED-lampje één keer per 8 seconden om aan te geven dat de melder in stiltemodus is.
- Reset: De detector wordt na 10 minuten automatisch gereset naar de normale bewakingsstand.
Onthoud dat de stiltemodus alleen bedoeld is voor situaties waarin je zeker weet dat het alarm een bekende en veilige bron heeft. Na activatie van de stiltemodus blijf alert op de situatie. Als het alarm opnieuw afgaat na de reset, controleer dan opnieuw de omgeving op mogelijke gevaren.